verwikkelde
- Geluid: verwikkelde (hulp, bestand)
- ver·wik·kel·de
vervoeging van |
---|
verwikkelen |
verwikkelde
- enkelvoud verleden tijd van verwikkelen
- Ik verwikkelde.
- Jij verwikkelde.
- Hij, zij, het verwikkelde.
- Ik verwikkelde.
- verbogen vorm van verwikkeld, voltooid deelwoord van verwikkelen
verwikkelde
- verbogen vorm van de stellende trap van verwikkeld
- Het woord verwikkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.