verschrompelen
- ver·schrom·pe·len
- afgeleid van schrompelen met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verschrompelen |
verschrompelde |
verschrompeld |
zwak -d | volledig |
verschrompelen
- ergatief door uitdroging rimpelig en klein worden
- De appels waren verschrompeld.
1. door uitdroging rimpelig en klein worden
- Het woord verschrompelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschrompelen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be