shrivel
- Bekend sinds ca. 1560; mogelijk van Scandinavische oorsprong[1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to shrivel |
he/she/it | shrivels |
verleden tijd | shrivelled shriveled |
voltooid deelwoord |
shrivelled shriveled |
onvoltooid deelwoord |
shrivelling shriveling |
gebiedende wijs | shrivel |
shrivel
- onovergankelijk ineenschrompelen, verschrompelen
- onovergankelijk zich samentrekken
- overgankelijk doen ineenschrompelen, doen verschrompelen