verpotten
- ver·pot·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verpotten |
verpotte |
verpot |
zwak -t | volledig |
verpotten
- overgankelijk een plant voorzien van een andere, doorgaans grotere, pot
- Door het verpotten van de varen kon die weer rustig verder groeien.
1. een plant voorzien van een andere, doorgaans grotere, pot
- Het woord verpotten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verpotten" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be