Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kleumd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verkleumen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: verkleumen…
verbogen vorm: verkleumde

verkleumd

  1. voltooid deelwoord van verkleumen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verkleumd verkleumder verkleumdst
verbogen verkleumde verkleumdere verkleumdste
partitief verkleumds verkleumders -

Bijvoeglijk naamwoord

verkleumd

  1. verstijfd door de kou
     Ik besloot mijn schone kousen aan te trekken. Ik had honger en was verkleumd, maar ik zou onder het wachten tenminste warme voeten hebben.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be