In 1959 gebruikte de VVD op Wikipedia (nl) de verkiezingsleus: Tegen het Socialisme.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kie·zings·leus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkiezingsleus verkiezingsleuzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verkiezingsleusv / m

  1. (politiek) slagzin die mensen opwekt op een bepaalde partij of kandidaat te stemmen
     Bij de 70-plussers won hij het ongelooflijke percentage van 70 procent der stemmen, en 61 procent bij de 60- tot 69-jarigen. Terwijl “terug aan het werk” zijn verkiezingsleus was, dankte hij zijn eigen zege aan kiezers die niet langer werken.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    J.L. Heldring
    Dezer dagen : Licht aan het eind van de tunnel? in: NRC Handelsblad (31 mei 2007), p. 9