Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersleiding verkeersleidingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verkeersleidingv

  1. (techniek) (informatica) instantie en systeem die het verkeer regelt
     Zo liep donderdagavond, enkele uren voor het begin van de staking van het Vlaamse overheidspersoneel nog een aardgastanker binnen in de haven van Zeebrugge. Alleen de vertrekkende schepen moesten rekening houden met vertraging omdat de verkeersleiding voor de scheepvaart in Zeebrugge niet aan de slag was.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Pascal Sertyn
    “Staking verlamt vooral Antwerpse haven” (26/03/2005), De Standaard