verkapt
- ver·kapt
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘verholen’ voor het eerst aangetroffen in 1854 [1]
- vervoeging van verkappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verkapt | verkapter | verkaptst |
verbogen | verkapte | verkaptere | verkaptste |
partitief | verkapts | verkapters | - |
verkapt
- niet openlijk, ondergronds
- Die actie werd gezien als verkapte steun aan de rebellen.
- verkapte steun
verkapte steun
|
vervoeging van |
---|
verkappen |
verkapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
- Jij verkapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
- Hij verkapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkappen
- Verkapt!
vervoeging van: | verkappen… |
verbogen vorm: | verkapte |
verkapt
- voltooid deelwoord van verkappen
- Het woord verkapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkapt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "verkapt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ verkapt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be