Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kapt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘verholen’ voor het eerst aangetroffen in 1854 [1]
  • vervoeging van verkappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verkapt verkapter verkaptst
verbogen verkapte verkaptere verkaptste
partitief verkapts verkapters -

Bijvoeglijk naamwoord

verkapt

  1. niet openlijk, ondergronds
    • Die actie werd gezien als verkapte steun aan de rebellen. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • verkapte steun
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verkappen

verkapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
    • Jij verkapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkappen
    • Hij verkapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkappen
    • Verkapt! 
vervoeging van: verkappen…
verbogen vorm: verkapte

verkapt

  1. voltooid deelwoord van verkappen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen