verhoeden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verhoeden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·hoe·den

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van hoeden met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verhoeden	verhoedde	verhoed
zwak -d	volledig

Werkwoord

verhoeden

1. overgankelijk door zorg voorkomen, beletten, verhinderen

Afgeleide begrippen

• verhoeding

Vertalingen

    1.   

Engels: bar (en), prevent (en)

Spaans: estorbar (es), impedir (es)

Gangbaarheid

• Het woord verhoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhoeden" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.