• ver·eve·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord verevening vereveningen
verkleinwoord vereveningetje vereveningetjes

de vereveningv

  1. gelijkmatige verdeling van een financieel voor- of nadeel over alle deelnemers zodat dit niet bij een beperkt aantal deelnemers terechtkomt
  2. het afbetalen van schulden en het aanzuiveren van tekorten
  3. een financiële administratie na afloop van een bepaalde periode op orde brengen of in orde bevinden