verdwalen
- ver·dwa·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdwalen |
verdwaalde |
verdwaald |
zwak -d | volledig |
verdwalen
- ergatief de weg kwijtraken
- Zij waren verdwaald in de woestijn, maar werden gered door een groep nomaden.
- ▸ Erg handig als ik verdwaald was.[2]
- ▸ Constant was ik met mezelf in gesprek over praktische zaken, zoals hoeveel water mee te nemen en wat te doen als ik zou verdwalen, tot mezelf afvragen of ik niet te ver was gegaan door mijn gezin zo lang te verlaten.[2]
1.
- Het woord verdwalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdwalen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be