verbruiker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verbruiker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·brui·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verbruiken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbruiker | verbruikers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets verbruikt, een consument
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord verbruiker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.