Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bou·wings·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verbouwingskost verbouwingskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verbouwingskostm

  1. (verouderd) (economie) geld dat men moet betalen om een bestaand gebouw bouwkundig te veranderen

Gangbaarheid