veiligheidshandschoen

1. nauwsluitend, beweeglijk omhulsel gemaakt om de hand tijdens het werken te beschermen
  • vei·lig·heids·hand·schoen
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidshandschoen veiligheidshandschoenen
verkleinwoord veiligheidshandschoentje veiligheidshandschoentjes

de veiligheidshandschoenv / m

  1. (techniek) nauwsluitend, beweeglijk omhulsel gemaakt om de hand tijdens het werken te beschermen
    • De arbeiders dienen de veiligheidsbril, de helm, handschoen, veiligheidshandschoen en nog vele andere veiligheidsmiddelen als een deel van het gereedschap te gaan beschouwen. [1]
  2. (medisch) soort want waarmee je niet kunt grijpen en die zo voorkomt dat een patiënt schadelijke dingen doet
    • Zorg dat de patiënt, bij het gebruik van één veiligheidshandschoen niet wordt belemmerd in het gebruiken van het alarm. [2]
  • [1] Hoe een veiligheidshandschoen is uitgevoerd hangt erg af van de aard van de werkzaamheden, omdat die bepalen wat de gevaren zijn die de hand bedreigen, zoals steken, snijden, schaven, besmetting of chemische aantasting .