• veer·tig·uren·week
enkelvoud meervoud
naamwoord veertigurenweek veertigurenweken
verkleinwoord

de veertigurenweekv / m

  1. patroon van arbeidstijden waarbij je gewoonlijk acht uur werkt op elk van de vijf werkdagen
     Hierop is dan ook het eerste socialistische experiment van Frankrijk, zo mooi begonnen (veertigurenweek, betaalde vakantie enzovoort) gekelderd.[1]
  1.   Weblink bron
    Marinus van der Goes van Naters
    “Met en tegen de tijd. Een tocht door de twintigste eeuw.” (1980), Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9029518081, p. 95
  2. Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, veertigurenweek