vastnagelen
- Geluid: vastnagelen (hulp, bestand)
- vast·na·ge·len
- samenstelling van vast bw en nagelen ww
vastnagelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vastnagelen |
nagelde vast |
vastgenageld |
zwak -d | volledig |
- met spijkers vastmaken
- Het woord vastnagelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.