• uri·ne·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord urinering -
verkleinwoord - -

de urineringv

  1. het urineren


  • uri·ne·ring
  • Afleiding van het Noorse werkwoord urinere met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 91755
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   urinering     m: urineringen
v: urineringa  
  urineringer     urineringene  
genitief   urinerings     m: urineringens
v: urineringas  
  urineringers     urineringenes  

urinering m / v

  1. (biologie) (het) plassen
  2. (het) wildplassen


  • uri·ne·ring
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord urinere met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   urinering     urineringa     urineringar
urineringer  
  urineringane
urineringene  

urinering, v

  1. (biologie) (het) plassen
  2. (het) wildplassen