urinering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uri·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van urineren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | urinering | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de urinering v
- het urineren
Gangbaarheid
- Het woord 'urinering' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- uri·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 91755 |
---|
Zelfstandig naamwoord
- (biologie) (het) plassen
- (het) wildplassen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- uri·ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | urinering | urineringa | urineringar urineringer |
urineringane urineringene |
Zelfstandig naamwoord
urinering, v
- (biologie) (het) plassen
- (het) wildplassen