unipolair
- uni·po·lair
stellend | |
---|---|
onverbogen | unipolair |
verbogen | unipolaire |
unipolair
- (natuurkunde) met één pool, eenpolig
- (elektronica) waarbij de geleiding optreedt door hetzij negatieve hetzij positieve deeltjes
- Het woord 'unipolair' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.