uitzweten
- uit·zwe·ten
- samenstelling van uit bw en zweten ww
uitzweten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzweten |
zweette uit |
uitgezweet (uitgezweten) * |
zwak -t | volledig |
- overgankelijk door zweten verliezen
- Het gevoel dat je alles uitzweet.
- Het woord uitzweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.