uitzetting
- Geluid: uitzetting (hulp, bestand)
- uit·zet·ting
- Naamwoord van handeling van uitzetten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitzetting | uitzettingen |
verkleinwoord | uitzettinkje | uitzettinkjes |
de uitzetting v
- (natuurkunde) de toename in volume bij verhoging van de temperatuur
- Bij het opwarmen van het toestel zijn soms uitzettinkjes te horen.
- (biologie), (milieukunde) het weer in de vrije wildbaan brengen van dieren
- Uitzettingen van korhoenders hebben weinig zin als het milieu van het gebied niet hersteld wordt.
- (juridisch), (politiek) het gedwongen verwijderen van personen uit een gebouw of een land
- Bij deze strenge vorst zijn uitzettingen ronduit wreed.
- Het woord uitzetting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitzetting" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be