uitstootcijfer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  uitstootcijfer    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈœytstotˌsɛifər / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• uit·stoot·cij·fer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  uitstoot zn  en  cijfer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	uitstootcijfer	uitstootcijfers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het uitstootcijfer o

1. getal dat aangeeft hoeveel (schadelijke) stoffen iets in de omgeving brengt

   ▸ Regeringspartij PvdA staat niet onwelwillend tegenover het plan, maar wil het idee eerst nader bestuderen. De partij pleit al langer voor het gebruik van praktijktesten, omdat ze een inzicht geven in de daadwerkelijke uitstoot. Van coalitiepartner VVD hoeft het uitstootcijfer niet in de showroom. De partij vindt het milieulabel voldoende en Kamerlid Visser wijst erop dat de uitstoot van een auto ook afhankelijk is van hoe ermee gereden wordt.

   ▸ DEN HAAG - De uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen in Nederland lag ook in het tweede kwartaal van dit jaar 4 procent lager dan een jaar eerder. Daarmee daalt de uitstoot in hetzelfde tempo verder, becijferen het CBS en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De industrie maakte echter een tegengestelde beweging: daar ging de uitstoot juist met 4 procent omhoog. Dat het landelijke uitstootcijfer toch daalt, komt onder meer door behoorlijke afnames in de elektriciteitssector (-17 procent) en de mobiliteitssector (-11 procent).

Synoniemen

• emissiecijfer

Gangbaarheid

• Het woord 'uitstootcijfer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.