• uit·sne·de
enkelvoud meervoud
naamwoord uitsnede uitsneden
verkleinwoord

de uitsnedev / m

  1. iets waarvan de randen zijn verwijderd of weggesneden
     Marnix Eysink Smeets, lector publiek vertrouwen in veiligheid aan Hogeschool Inholland, vraagt zich ook af of de politie met het zelf delen van bijvoorbeeld dronebeelden de vraagtekens rond het eigen handelen weet weg te nemen. "Allereerst: dat Westerbeke opkomt voor zijn mensen begrijp en waardeer ik", zegt hij. "Maar als je het filmpje bekijkt, moet je heel goed kijken wat er gebeurt. Dat zal niet iedereen doen. Plus: welke uitsnede zien we?"[2]
     "Overigens zijn er ook nog wel wat vragen, bijvoorbeeld over het weer", zegt de verslaggever. "Volgens het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid was het voor zo'n 80 procent bewolkt en dat zie je niet op de foto's. Dat kan natuurlijk komen door de uitsnede van de foto. Maar goed, er zijn dus nog wel wat vragen."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lennart Bloemhof
    “Dronebeelden tegen 'trial by media': 'Drang om eigen waarheid te tonen groeit'” (Dinsdag 2 november 2021, 17:10), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Foto's RTL niet de sleutel, wel extra bewijs'” (Dinsdag 23 december 2014, 09:00), NOS