uitrijstrook
- Geluid: uitrijstrook (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytrɛistrok / (3 lettergrepen)
- uit·rij·strook
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitrijstrook | uitrijstroken |
verkleinwoord | uitrijstrookje | uitrijstrookjes |
- (verkeer) op een autoweg: een rijstrook waarop het verkeer rijdt dat de weg wil verlaten bij de volgende afrit
- In de nieuwe verkeersregels is ook opgenomen dat weggebruikers geen gebruik meer mogen maken van uitrijstroken om een stukje file te ontvluchten, een andere grote ergernis in het verkeer. Voortaan mogen automobilisten als zij eenmaal op de uitrijstrook voorbij de pijlen zijn die de richting aanduiden, niet meer terug de hoofdrijbaan op. [2]
- op een racecircuit: een rijstrook waar een raceauto kan uitrollen en tot stilstand komen zonder de race te hinderen
- Sirotkin had nog geluk dat hij uitviel op een deel van het circuit waar een uitrijstrook lag, waardoor hij kon uitrollen toen zijn remmen faalden. ,,Er was daar geen muur of hek, dus gelukkig is de auto verder heel gebleven. Het is doodzonde, want ik had graag de race afgemaakt. Al was het maar om meer vertrouwen op te doen." [3]
2. op een racecircuit: een deel van de weg waar een raceauto kan uitrollen en tot stilstand komen zonder de race te hinder
- Het woord 'uitrijstrook' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 1 MEI 2009 Nieuwe verkeersregels beëindigen ergernissen
- ↑ Tubantia 25-03-18 Boterhamzakje verpest debuut van Sirotkin