Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·gra·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitgraving uitgravingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitgravingv

  1. een door graven gemaakte uitholling
     benadert. Het beendergestel is echter nog niet volledig aan het licht gebracht, gezien de zeer recente uitgraving.[2]
     De onderzoekers, onder wie een Nederlandse archeoloog, hopen bij de uitgraving van het gebouw meer te weten te komen over de laatste momenten van de mensen die er vermoord zijn en over hun precieze aantal. Anders dan in Auschwitz werden mensen in Sobibor snel na aankomst vermoord, waardoor er nauwelijks overlevenden waren.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tracy Chevalier
    “Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
  3.   Weblink bron “Gaskamers Sobibor gevonden” (17-09-2014), NOS