Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·gangs·si·tu·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitgangssituatie uitgangssituaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de uitgangssituatiev

  1. situatie vanwaaruit men een handeling of actie begint
     Ook voor Liverpool is de situatie nog zeker niet hopeloos, al spelen de Engelsen zeker niet hun beste wedstrijd vanavond. Een treffer erbij en Klopp en zijn mannen hebben opeens een redelijk goede uitgangssituatie voor de return. En dus komen Roberto Firmino en Xherdan Shaqiri nog voor de slotfase.[2]
     "Hoe verschillend de uitgangssituatie en de gevolgen natuurlijk ook zijn: het thema vrijheid kan vandaag, in het jaar 2021, niet worden behandeld zonder eraan te denken dat door de coronapandemie onze fundamentele vrijheden voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog worden ingeperkt, in een mate die wij ons voor de pandemie niet konden voorstellen."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “RMA-LIV 81' Firmino en Shaqiri erbij” (Dinsdag 6 april 2021), NOS
  3.   Weblink bron “Bevrijdingsdag in coronatijd: vrijheid vieren, maar wel beperkt” (Dinsdag 6 april 2021), NOS