tweevoeter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweevoeter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- twee·voe·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweevoeter | tweevoeters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de tweevoeter m
- wezen dat op twee voeten loopt
- De struisvogel is de snelste tweevoeter.
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord tweevoeter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.