Nederlands

 
[1] wagen getrokken door een tweespan
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·span
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweespan tweespannen
verkleinwoord tweespannetje tweespannetjes

Zelfstandig naamwoord

het tweespano

  1. twee paarden (of andere trekdieren) die samen een wagen trekken
    • Regionale menners nemen het op tegen landelijke en internationale topmenners uit onder meer België en Duitsland. Zaterdag 11 november zijn er om 14.30 uur de jeugdrubrieken waarna om 18.00 uur het hoofdprogramma volgt met twee- en vierspan paarden en pony's. Zondag 12 november is de Twente-Cup met enkel tweespan paarden en pony's. [2] 
  2. de wagen die door twee paarden (of andere trekdieren) getrokken wordt
    • Een 49-jarige man heeft een proefritje met een koets in Duitsland niet overleefd. Hij verloor de controle over de tweespan en kwam onder het voertuig terecht toen dit kantelde. [3] 
  3. (figuurlijk) twee zaken of personen die onlosmakelijk bij elkaar horen
    • ‘Het grootste verschil is echter de machtsverhouding tussen Frankrijk en Duitsland. Toen was dat een tweespan. Vandaag heeft Duitsland meer macht en invloed dan in 1989. Het is dan ook afwachten hoe zich dat straks zal uiten.’ [4] 
    • De 'forbidden soup' wordt geserveerd in een klein kopje. De Thaise currysoep is afgemaakt met kokosmelk en gepureerde foie gras, en daarom verboden voor zowel lieden die op hun cholesterol letten als voor de vele tegenstanders van kokosnootmishandeling. Zalvig, luxueus en crimineel lekker. Dan een kleine dimsumselectie: een gestoomde oester en het bekende tweespan har gow (garnalendumpling) en siu mai (kip). [5] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen