tweehonderdentien
0 | 2 | 1 | 0 |
tweehonderdentien,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdentien (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈtin / (5 lettergrepen)
- twee·hon·derd·en·tien
- samenstellende samenstelling van tweehonderd ht, en vw en tien ht
tweehonderdentien
- "210", langere vorm van tweehonderdtien, tweehonderd plus tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdentien euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentien.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdtien (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentien" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdentien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)