tweegevecht
- Geluid: tweegevecht (hulp, bestand)
- twee·ge·vecht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweegevecht | tweegevechten |
verkleinwoord |
het tweegevecht o
- gevecht tussen twee personen of groepen, wedstrijd tussen twee personen of teams
- ‘Zo’n crisette beheren en afsluiten is niet eenvoudig’, stelt een betrokkene voorzichtig. ‘Je weet nooit waar het eindigt.’ Eén ding is zeker: de tweegevechten doen er geen deugd aan. Inhoudelijk raakt de kloof geen millimeter gedicht, psychologisch wordt hij evenwel dieper telkens als belangrijke protagonisten elkaar publiekelijk in de haren vliegen.[3]
- Het wereldkampioenschap in de Formule 1 ontaardt meer en meer in een tweegevecht. Na winst in Australië voor Sebastian Vettel en winst voor Lewis Hamilton in China, mocht Vettel in Bahrein wéér vieren.[4]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord tweegevecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ tweegevecht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 14 OKTOBER 2016
- ↑ Tubantia Tim Engelen 16-APRIL-2017