twee-eiig
- twee-ei·ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | twee-eiig |
verbogen | twee-eiige |
partitief | twee-eiigs |
twee-eiig
- uit twee verschillende eicellen voortkomend
- Zij zijn een twee-eiige tweeling.
- Het woord twee-eiig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.