• tun·ne·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord tunneling -
verkleinwoord - -

de tunnelingv

  1. het tunnelen
  2. (natuurkunde) het kwantummechanische effect dat deeltjes door een energiebarrière kunnen gaan, terwijl ze (klassiek gezien) niet voldoende energie hebben om over de barrière heen te komen
  3. (informatica) het verzenden van een dataprotocol 'verpakt' in een ander protocol