Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tum·ba·ko·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tumbakoning tumbakoningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de tumbakoningm

  1. (muziek) winnaar van het tumbafestival dat op de Antillen wordt gehouden tijdens de carnavalstijd

Gangbaarheid

Meer informatie