tuinhoningeter
- (IPA in voorbereiding)
- tuin·ho·ning·eter
- samenstelling van tuin zn en honingeter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tuinhoningeter | tuinhoningeters |
verkleinwoord | tuinhoningetertje | tuinhoningetertjes |
de tuinhoningeter m
- (zangvogels) Manorina melanocephala een zangvogel uit de familie van de honingeters. Het is een van de circa 175 soorten honingeters. Volwassen exemplaren worden circa 26 centimeter groot. Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit
- Het woord 'tuinhoningeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.