tsjeef
- tsjeef
- (verkorting) van Frans Saint-Joseph, als geuzennaam van de leden van de Sint-Jozefskring in Gent[1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tsjeef | tsjeven |
verkleinwoord | tsjeefje | tsjeefjes |
de tsjeef m
- (Vlaanderen), (pejoratief) christendemocraat
- Als een echte tsjeef blijft Van Rompuy vaag over herbenoeming [3]
- ↑ lode & Denissen, F.tjeef (13 december 2016) op website: vlaamswoordenboek.be; geraadpleegd 2017-01-10
- ↑ Chielens, K.Waar komt het woord tsjeven vandaan? Antwoord (8 mei 2008) op website: IkHebEenVraag.be; geraadpleegd 2016-05-01
- ↑ "Als een echte tsjeef blijft Van Rompuy vaag over herbenoeming" (24 januari 2012) op website Het Laatste Nieuws: hln.be; geraadpleegd 2017-01-10
- Het woord 'tsjeef' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tsjeef" herkend door:
0 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be