trofisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tro·fisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | trofisch | trofischer | |
verbogen | trofische | trofischere | |
partitief | trofisch | trofischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
trofisch
- (medisch) met betrekking tot de voeding van de weefsels
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'trofisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.