• tril·haar
enkelvoud meervoud
naamwoord trilhaar trilharen
verkleinwoord trilhaartje trilhaartjes

trilhaar v / m / o [1]

  1. (zoötomie) een organel dat buiten het celmembraan uitsteekt. Een trilhaar is ongeveer tien micrometer lang en 0,2 micrometer dik. Trilharen zijn sterk gedifferentieerde structuren die specifieke cellulaire functies vervullen, zoals voortbeweging, waarneming van omgevingssignalen, of het geleidelijk naar buiten werken van de slijmlaag in de luchtwegen.
94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]