trenchcoat

Nederlands

Man met een trenchcoat

Uitspraak

• Geluid:  trenchcoat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trench·coat

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘regenjas’ voor het eerst aangetroffen in 1927

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	trenchcoat	trenchcoats
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de trenchcoat m

1. (kleding) lange regenjas met patten op de schouders en een ceintuur

Vertalingen

    1.   

Spaans: trinchera (es) v

Gangbaarheid

• Het woord trenchcoat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trenchcoat" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
78 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.