Nederlands

 
treinwagon
Uitspraak
Woordafbreking
  • trein·wa·gon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord treinwagon treinwagons
verkleinwoord treinwagonnetje treinwagonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de treinwagonm

  1. motorloos deel van een trein
     Vandaag werden explosieven tot ontploffing gebracht op een treinstation en werd een treinwagon in brand gestoken in de noordelijke plaats Natore. In een andere stad werden twee bussen in brand gestoken.[1]
     Ook in Torez zijn spullen geborgen. Die waren in een treinwagon op het station gelegd. Volgens de leider van de bergingsmissie, Pieter-Jaap Aalberberg, was de wagon nog verzegeld. De koffers, tassen en camera's leken ongeschonden opgeslagen te zijn.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Verkiezingsgeweld in Bangladesh” (Zaterdag 4 januari 2014, 10:24), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nu geen stoffelijke resten gevonden” (Zondag 3 augustus 2014, 19:14), NOS