trans-Europees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trans-Europees (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɑnsøroˌpes / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- trans-Eu·ro·pees
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | trans-Europees | trans-Europeser | trans-Europeest |
verbogen | trans-Europese | trans-Europesere | trans-Europeeste |
partitief | trans-Europees | trans-Europesers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
trans-Europees
- naar, aan de andere kant van Europa
Schrijfwijzen
- Trans-Europees (officiële spelling tot 2006)
Gangbaarheid
- Het woord trans-Europees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.