Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trai·nings·veld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trainingsveld trainingsvelden
verkleinwoord trainingsveldje trainingsveldjes

Zelfstandig naamwoord

het trainingsveldo

  1. een veld waarop sporters kunnen oefenen
     Toen Ferguson in het najaar van 1986 begon in Manchester, schrok hij van zijn selectie. Grote namen als Bryan Robson, Norman Whiteside en Paul McGrath brachten meer tijd door in de pub dan op het trainingsveld en dus was het geen wonder dat de club in november onderaan bungelde in de First Division, de voorloper van de Premier League.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ten Hag onder druk, maar Ferguson bewees: duel met Liverpool kan ommekeer zijn” (17 december, 09:30), NOS