Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trai·nings·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trainingskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de trainingskostenmv

  1. (sport) geld dat men moet betalen om een training te kunnen volgen

Gangbaarheid