tracer
- tra·cer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tracer | tracers |
verkleinwoord | - | - |
de tracer m
- (natuurkunde) een stof (bijv. een isotoop) die in verschillende disciplines van wetenschap gebruikt wordt om materialen te volgen
- Het woord tracer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
tracer
- (spreektaal) rennen, racen
- «Ce soir, on trace à partir de la Place de la Concorde.»
- Vanavond gaan we racen we vanaf Place de la Concorde. [1]
- «Ce soir, on trace à partir de la Place de la Concorde.»
- (spreektaal) weggaan, ervandoor gaan
- «Vas-y, on trace!»
- Kom we gaan ! [1]
- «Vas-y, on trace!»