toroloofbuulbuul

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toroloofbuulbuul    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• to·ro·loof·buul·buul

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Toro en  en  loofbuulbuul zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	toroloofbuulbuul	toroloofbuulbuuls
verkleinwoord	toroloofbuulbuultje	toroloofbuulbuultjes

Zelfstandig naamwoord

toroloofbuulbuul

1. (zangvogels) Phyllastrephus hypochloris  een zangvogel uit de familie Pycnonotidae  (buulbuuls). Deze soort komt voor in de wouden van noordoostelijk Congo-Kinshasa tot het uiterste zuidoosten van Soedan, Oeganda en westelijk Kenia

Hyperoniemen

• buulbuuls, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'toroloofbuulbuul' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.