tophit
- top·hit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tophit | tophits |
verkleinwoord | tophitje | tophitjes |
de tophit m
- veel verkocht, veel gespeeld, populair lied, boek of film
- Daarna brak hij door een tweede plafond: dat van het blanke publiek. Rock-’n-roll werd geboren en de ietwat verlegen antirebel surfte mee met ‘Ain’t that a shame’, de eerste van een lange rij tophits, zoals ook de countrycover ‘Blueberry Hill’, ‘My girl Josephine’ en ‘Whole lotta loving’. Hij klonk niet zo rauw als blueszanger Howlin Wolf, en leek dus ook niet zo bedreigend. ‘We vonden hem eigenlijk meer een countryzanger’, zei Bartholomew later.[2]
- De opmerkelijkste wijziging is wel die van ‘onze’ boerenrockformatie Normaal. Op de landelijke lijst is tophit ‘Oerend Hard’ terug te vinden op de 276e plaats. Hier is er een top 10-notering weggelegd voor Bennie Jolink en zijn mannen. Ook de muziek van Metallica en Guns ’n Roses wordt in het Oosten van het land hoger gewaardeerd.[3]
- Het woord tophit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tophit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 26 oktober 2017
- ↑ Tubantia 23 december 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be