Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • top·amb·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord topambtenaar topambtenaars
topambtenaren
verkleinwoord topambtenaartje topambtenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de topambtenaarm

  1. (beroep) ambtenaar van zeer hoge of de hoogste rang
    • Ook de liberale coalitiepartijen VVD en D66 zien mogelijkheden om de beloningen voor topambtenaren te verlagen.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen