tooghanger
- Geluid: tooghanger (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtoɣhɑŋər / (3 lettergrepen)
- toog·han·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tooghanger | tooghangers |
verkleinwoord | - | - |
de tooghanger m
- iemand die vaak in het café zit
- Ik hoorde deze grap van een politiek onverdachte tooghanger, nota bene op de avond van 9 oktober zelf, in een drukbeklant café, waar iedereen nerveus door elkaar heen praatte over de electorale godenschemering die zojuist over ons gevallen was. [1]
- Het woord tooghanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tooghanger" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Barnard, B."Vogelen met het volk. Het Vlaams Blok en de val van Antwerpen" in: NRC Handelsblad jrg. 25 nr. 30 (4 november 1994); p. 21 (CS 3) kol. 1; geraadpleegd 2018-06-18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be