tongen
- ton·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tongen |
tongde |
getongd |
zwak -d | volledig |
tongen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | tongen |
verkleinwoord | - | - |
de tongen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord tong
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) familie Soleidae in de orde van de Platvissen (Pleuronectiformes )
- Het woord tongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tongen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ tongen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be