tongde
- tong·de
vervoeging van |
---|
tongen |
tongde
- enkelvoud verleden tijd van tongen
- Ik tongde.
- Jij tongde.
- Hij, zij, het tongde.
- Ik tongde.
- Het woord tongde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tongen |
tongde