• tong·bre·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord tongbreker tongbrekers
verkleinwoord

de tongbrekerm

  1. een woord of woordgroep waarvan de correcte uitspraak moeilijk is
    • Het woord meteorologisch is de grootste tongbreker in de Nederlandse taal. Dat meldde het Genootschap Onze Taal zaterdag in het Radio 1-programma De Taalstaat. [1] 
    • Nog maar weinig mensen kennen de naam Keolis en de uitspraak blijkt een tongbreker. [2] 
97 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]