• toe·zeg·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord toezegging toezeggingen
verkleinwoord - -

de toezeggingv

  1. het toezeggen
  2. belofte
    • In het Memorandum van Boedapest (1994) beloofden Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in ruil voor Oekraïnes kernwapens:
      De onafhankelijkheid en soevereiniteit binnen de bestaande grenzen van Oekraïne te eerbiedigen;
      Zich te onthouden van het bedreigen van of wapens te gebruiken tegen de territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid anders dan uit zelfverdediging of in lijn met de Verenigde Naties;
      Zich te onthouden van economische dwang om de soevereine rechten van Oekraïne ondergeschikt te maken aan het eigen belang;
      Onmiddellijk de VN Veiligheidsraad in te schakelen om Oekraïne bijstand te verlenen als het slachtoffer wordt van agressie of een nucleaire dreiging;
      Geen nucleaire wapens te gebruiken tegen Oekraïne;
      Met elkaar in gesprek te gaan op het moment dat deze verzekeringen geschonden worden.
      Deze toezeggingen waren ‘verzekeringen’ geen ‘garanties’.
       
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]